De Reggio benadering is een pedagogiek van het luisteren in plaats van een pedagogiek van het vertellen. Het is een pedagogische filosofie die gezamenlijk wordt ontwikkeld door de mensen die deel uitmaken van de praktijk; kinderen, onderwijzers , pedagogen en kunstenaars. Dit betekent altijd openstaan voor vernieuwing en verdieping, in beweging en in ontwikkeling blijven, ruimte geven voor experiment en onderzoek.
De Reggio Emilia-benadering wordt gekenmerkt door een krachtig kindbeeld, waarin onderzoek, experiment en creativiteit van kinderen centraal staan, het competente kind. We kiezen ervoor vertrouwen te hebben en uit te gaan van wat het kind wel kan in plaats van wat het niet kan. Communicatie staat hierbij centraal.
Kinderen hebben 100 talen tot hun beschikking waarin zij zich kunnen uitdrukken, zoals in beeld, geluid, beweging, in metaforen of logische gedachteconstructies. De rol van kunstenaars binnen de scholen (in Reggio Emilia atelierista’s genaamd) is om, als kenners van deze talen, de voorwaarden te scheppen zodat de kinderen deze talen optimaal kunnen benutten om zich uit te drukken en te communiceren.